Zelfs matig drinken tijdens de zwangerschap kan het IQ van het ongeboren kind negatief beïnvloeden

ScienceDaily (14 november 2012) - Een relatief kleine mate van blootstelling aan alcohol in de baarmoeder kan het IQ van een kind negatief beïnvloeden, zo luidt de conclusie van een nieuw onderzoek van de universiteiten van Bristol en Oxford. De onderzoekers hebben voor hun analyse gebruik gemaakt van de gegevens van meer dan 4.000 moeders en hun kinderen. De resultaten zijn op 14 november gepubliceerd in PLOS ONE. 

De huidige adviezen aan zwangere vrouwen voor wat betreft alcoholconsumptie tijdens de zwangerschap zijn niet eenduidig. Officiële richtlijnen bevelen volledige onthouding aan en andere suggereren dat matig gebruik veilig is. Eerdere studies hebben tegenstrijdige en inconsistente resultaten opgeleverd over de effecten van matig alcoholgebruik op het IQ van een kind. Dit kan zijn omdat het moeilijk is om de effecten van de alcoholinname te scheiden van andere sociaaleconomische- en leefstijlfactoren zoals roken, voeding, welvaart, leeftijd en opleidingsniveau van de moeder.

Deze studie, vermoedelijk de eerste substantiële in zijn soort, gebruikt genetische variatie om de effecten van matig drinken tijdens de zwangerschap te onderzoeken. Omdat de individuele genetische variaties die mensen in hun DNA hebben zijn niet samenhangen met de genoemde sociaaleconomische- en leefstijlfactoren, neemt deze aanpak de invloed van die factoren weg. 

Bij de 4167 kinderen bleken vier varianten van alcoholmetabloiserende genen sterk gerelateerd te zijn aan een lager IQ op de leeftijd van acht jaar. Het IQ was gemiddeld bijna twee punten lager per genetische modificatie zij bezaten. Dit effect werd echter alleen gezien bij de kinderen van vrouwen die matige dronken tijdens de zwangerschap (1 tot 6 alcholische consumpties per week). Bij kinderen van moeders die tijdens de zwangerschap abstinent waren, trad dit effect niet op. Deze bevinding suggereert sterk dat het de blootstelling aan alcohol in de buik was, die leidde tot het verschil in IQ. Zware drinkers zijn niet opgenomen in deze studie.

Eerdere studies hebben gebruik gemaakt van observationeel bewijs, in tegenstelling tot de genetische gegevens die in deze studie zijn meegenomen. De conclusie van deze onderzoeken was dikwijls dat matig drinken gunstig was vergeleken met onthouding. Echter, andere factoren kunnen hierbij een rol spelen omdat moeders die met mate drinken tijdens de zwangerschap vaker goed opgeleid zijn, een gezond eetpatroon hebben en veelal niet roken. Dit zijn allemaal factoren die gekoppeld zijn aan een hoger IQ bij het kind en kunnen zodoende het nadelige effect van prenatele blootstelling aan alcohol maskeren. 

Het alcoholgebruik van de moeder werd vastgesteld aan de hand van een vragenlijst die werd ingevuld in de 19e week van de zwangerschap. De lijst bevatte vragen over de gemiddelde hoeveelheid en frequentie van alcoholgebruik vóór de zwangerschap, tijdens het eerste trimester, en in de voorgaande twee weken of in de periode waarin ze voor het eerst de baby voelde bewegen. Een drankje werd gespecificeerd als een eenheid van alcohol. 

Na ongeveer 32 weken van zwangerschap werd door de moeder opnieuw een vragenlijst ingevuld. Hierin werd zij werd gevraagd naar haar gemiddelde weekdag- en weekendalcoholgebruik. Hieruit werd de wekelijkse inname afgeleid. Elke vrouw die aangaf in het eerste trimester te hebben gedronken, ook al was het minder dan een eenheid per week, werd betrokken in het onderzoek. Wanneer de vrouw had aangegeven op één dag in de eerste 32 weken het equivalent van een liter bier of meer te hebben gedronken, werd dit geclassificeerd als binge-drinken en werden de gegevens van het gezin niet verder meegenomen in de studie.

Toen de kinderen acht jaar oud waren, werd het IQ bepaald met gebruikmaking van een verkorte versie van de Wechsler Intelligence Scale for Children. Hieruit werd een totale leeftijd gecorrigeerde totale score afgeleid. 

Dr. Sarah Lewis, de hoofdauteur van het rapport, zei over de bevindingen: "Onze resultaten suggereren dat we, zelfs bij niveaus van alcoholgebruik die tot op heden werden beschouwd als onschadelijk, bij kinderen verschillen in IQ kunnen aantreffendie afhankelijk zijn van het vermogen van de foetus om zich te verschonen van deze alcohol. Dit is het bewijs dat zelfs bij gematigd gebruik, alcohol de ontwikkeling van het foetale brein beïnvloedt.'

Dr. Ron Gray van de Universiteit van Oxford, die het onderzoek leidde, voegt toe: 'Dit is een complexe studie, maar de boodschap is simpel: zelfs de meest gematigde hoeveelheden alcohol tijdens de zwangerschap kunnen effect hebben op toekomstige intelligentie van het kind. Vrouwen hebben dus een
goede reden om ervoor te kiezen alcohol in het geheel te vermijden tijdens de zwangerschap. "

Voor het oorspronkelijke artikel, zie: http://www.plosone.org/article/info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal.pone.0049407